DARON: Giancarlo, 36 – eigenaar en zaakvoerder VIER
DARONNE: Charlotte, 30 – eigenaar en zaakvoerder KID
GEZINSSITUATIE: 5 jaar samen en ouders van Omar (2)
Geloof me, die twee zijn een levende reclame voor het krijgen van kinderen,’ is wat een gemeenschappelijke vriendin me toevertrouwde wanneer ze het had over Giancarlo en Charlotte. Ze verwelkomen ons – met de meest sappige accenten – in hun dakappartement in het noorden van Antwerpen, met een uitzicht over de hele stad. Charlotte is West-Vlaams, Giancarlo komt uit de Kempen.
Charlotte: “Ik pas mijn dialect nooit aan, ook niet als ik in mijn shop sta. Ik spreek enkel Antwerps om Giancarlo na te doen, voor de rest blijf ik trouw aan mijn West-Vlaams accent. Anders zou ik precies mezelf niet meer zijn. Alhoewel, toen een tv-ploeg kwam filmen op de opening van mijn shop, heb ik toch zo goed mogelijk Nederlands, en geen Antwerps, gepraat.” Giancarlo: “En dan klonk ze precies van over ‘t water.” (lacht)
Sociaal, gezellig, spontaan en een beetje chaotisch zoals ze zijn, storten ze zich in avonturen zonder te lang stil te staan bij het negatieve. En zo werden ze, in nog geen 5 jaar tijd, eigenaars van twee trendy shops in Antwerpen en ouders van Omar.
DARON
“Ik ben van de Kempen, maar woon al heel lang in Antwerpen… blijven plakken na mijn school. Mijn vader is Italiaans. Begin jaren ’70 kwam hij naar België om er stage te lopen in een onderzoekscentrum voor nucleaire energie in de Kempen. Tijdens zijn stage leerde hij mijn moeder kennen. Daarna heeft hij altijd in het Brusselse gewerkt. Mijn moeder was en is nog steeds huismoeder. Niet dat het moest van mijn vader. Het was gewoon makkelijker, gezien mijn vader 80% van zijn tijd in het buitenland vertoefde voor zijn job. Een gezin met 4 kinderen runnen op haar eentje én werken was gewoon te complex. Vandaag heeft ze wel spijt dat ze zelf niets heeft uitgebouwd op professioneel vlak. Zeker wanneer ze ziet hoe ondernemend wij blijven, ook al hebben we een kind. Het klinkt misschien als een heel traditioneel gezinnetje, maar als ik het gezin waar ik uit kom in drie woorden moet beschrijven, dan is het wel Een. Hoek. Af. Ik ben veruit de meest normale…” (schatert)
Leg eens uit? “Mijn vrienden hebben mijn moeder altijd zalig gevonden. Toen mijn broer en ik pubers waren, mochten we pintjes drinken thuis, met ons vrienden. Mijn moeder kookte dan voor iedereen. Het was altijd super gezellig. Als wij zelf niet thuis waren, aarzelden onze vrienden niet om te blijven wachten en intussen iets te drinken met mijn moeder. En dan uren met haar te babbelen… zot toch? Ik denk niet dat zo’n dingen in een doorsnee gezin voorkomen. Mijn moeder is een gezelligheidsmens. In hart en nieren. We hebben een hele sterke band met elkaar en ze is gek op haar kleinzoon. Met mijn vader heb ik ook een goeie band – maar hij was en is vaker weg. Vandaag nog reist hij veel tussen Italië en België.”
‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik nog van alles moest doen voor ik klein mannen had, of dat mijn leven voorgoed voorbij zou zijn.’
Heeft die afwezigheid jou beïnvloedt? “Als hij er was, dan bracht hij altijd zijn tijd door met ons, maar veel tijd was er niet. Ik wil dat zelf wel met Omar. Tijd met ons twee.” Wat steken jullie dan allemaal uit? “Er was een periode waarin hij bezeten was van bussen en trams. Ik heb er toen niks beters op gevonden dan mijn fiets aan de kant te zetten en met hem de tram te nemen. Op en af, een hele namiddag. Of we gaan naar de speeltuin of iets eten. Ik ben ook een grote Antwerp fan, maar omdat hij te klein is om een wedstrijd mee te maken, neem ik hem mee naar de training. Ik vind het belangrijk om hem dat mee te geven. ’t Is eigenlijk een traditie, want ik heb zelf voetbal met de paplepel meegekregen van mijn vader. Italianen zijn gek op voetbal.”
Ben je veranderd sinds je vader bent? “Neen, behalve dat ik onrustiger ben, misschien. Ons leven is hetzelfde gebleven. Hij is er nu en zijn komst was precies vanzelfsprekend, dus waarom zou het ons veranderen? Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik nog van alles moest doen voor ik klein mannen had, of dat mijn leven voorgoed voorbij zou zijn.”
Vind je iets lastig aan vaderschap? “Niks dat met Omar zelf te maken heeft, want voor hem zorgen vind ik echt fantastisch. Voor alle praktische zaken een pasklare oplossing hebben, dat vind ik lastig. Bijvoorbeeld ergens naartoe gaan en dan iets vergeten meepakken. Een reisbed bijvoorbeeld (lacht). Of het sluitingsuur van de crèche halen. We zijn super ongeorganiseerd… Maar niets overtreft de ongerustheid waarmee je te maken krijgt. Soms schiet ik er zelfs van wakker. Wanneer Omar ergens gaat logeren, kan ik echt zenuwachtig worden. Er zou maar iets kunnen gebeuren. Ik stel me nu al de vraag hoe ik zijn puberteit ga overleven. Op dat vlak ben ik helemaal mijn moeder.”
Sta je bij je vrienden bekend als een bezorgde vader? “Niet meteen. Het is niet zo dat ik over die ongerustheid met mijn maten praat. Of met mijn moeder, dat zou haar alleen nog ongeruster maken. Ik bespreek die zaken met Charlotte en dat volstaat.”
DARONNE
“Veel vriendinnen zien mij als een lopende reclame om kinderen te krijgen. Mijn zwangerschap was zalig. De bevalling is goed verlopen, alles was – tot nu toe – tof. De stress die er soms mee gepaard gaat, is een lastige. Net als dat schuldgevoel, omdat je je kind ergens moet afzetten, wanneer je het liever niet zou doen. Maar al bij al, heeft een gezin starten, in mijn ogen, alleen maar voordelen.”
Ben je veranderd sinds je moeder bent? “Wat meer leren relativeren misschien? Vroeger kon ik me snel opjagen in onnozele dingen. Mijn werk kwam vroeger ook resoluut op de eerste plaats. Nu is dat niet meer het geval, ook al heb ik mijn eigen zaak. Vandaag apprecieer ik veel meer het concept vrije tijd. Voor ik moeder werd, had ik weinig nood aan vakantie, nu kan ik daar echt naar hunkeren.”
Zijn er zaken die je anders wil aanpakken dan je eigen ouders? “Ik heb een goeie band met mijn ouders. Ook met mijn broer, al zijn we helemaal anders, vind ik. We hebben een spontane relatie. Ze zijn ook heel aanwezig in mijn leven. Toch mag het in mijn ogen wat closer zijn. Mijn ouders hebben bijvoorbeeld moeite met ‘ik zie je graag’ te zeggen. Ik weet wel dat ze me graag zien, maar het wordt niet uitgesproken. Ik ben ook zo, en dat frustreert me. Vandaar dat ik er iets aan wil doen.”
‘We hebben het allebei moeilijk om onze iPhone opzij te zetten. We zijn er constant mee bezig. Omar ziet dat ook, voor hem is dat normaal, maar het irriteert hem ook met momenten. Ik worstel er ontzettend mee.’
Wat doe je het liefst met Omar? “Gewoon met ons drie op stap gaan. Naar het bos, een pretpark of speeltuin. Ik vind het geweldig om te zien dat hij zich amuseert. Da’s het leukste dat er is.” Vind je het makkelijk om met hem te spelen? “Op bepaalde dagen wel. Vaak vind ik het ook heel vermoeiend, eerlijk gezegd. Ik moet ook toegeven dat ik nogal vergroeid ben met mijn iPhone. Dan zit ik daar, te swipen en te scrollen, terwijl ik weet dat ik eigenlijk mijn aandacht aan Omar zou moeten schenken. We hebben het allebei moeilijk om onze iPhone opzij te zetten. We zijn er constant mee bezig. Omar ziet dat ook, voor hem is dat normaal, maar het irriteert hem ook met momenten. Ik worstel er ontzettend mee. Het is al een eerste stap om het door te hebben, zeker? Ik probeer nu wat meer structuur te brengen in mijn telefoongebruik. ‘s Ochtends probeer ik mijn telefoon bijvoorbeeld te laten liggen. Alle pushberichten zijn intussen ook uitgeschakeld. Je moet gewoon tijd maken om met je kind te spelen. Ze genieten er zo hard van, en het geeft je uiteindelijk ook energie. Als het niet te lang duurt.” Iets dat je lastig vindt? “Hij zet zich de laatste tijd vooral tegen mij af, precies. Hij kan een hele dag voorbeeldig zijn, tot ik thuiskom of hem kom ophalen. Dan is het hek van de dam. Heel vervelend… Als hij dan zijn zin niet krijgt schakelt hij over op een soort dinosaurus gekrijs. Om gek van te worden. Maar het hoort bij zijn grenzen aftasten, zeker?” (lacht)
Wat maakt je gelukkig? “Als ik Giancarlo en Omar samen zie spelen en Omar keihard aan het lachen is, daar word ik echt gelukkig van. Of als we samen dansen. Niet op kindermuziek, maar op wat wij leuk vinden. We hebben ook een playlist met muziek die hij leuk vindt. London Grammar bijvoorbeeld. Ik legde hun plaat voortdurend op terwijl ik zwanger was, en ook toen hij net geboren was. Nu wordt hij rustig van die nummers. Omar is precies heel muzikaal. Hij kan ook echt boos worden als hij op de radio een nummer hoort dat hij niet leuk vindt. Dan gaat de dino weer krijsen.”(lacht)
COUPLE MATTERS
Giancarlo: “We hebben eigenlijk de afgelopen jaren nog nooit twee weken vakantie kunnen nemen. We hebben nooit weekends samen.” Weegt dat niet ontzettend door op jullie relatie? Charlotte: “Voor we Omar kregen, werkte ik op weekdagen, Giancarlo in de week en op zaterdag. Pas toen Omar geboren werd, vond ik dat niet meer tof. We konden nooit eens op weekend, we hadden heel weinig tijd samen als gezin. Nu dat we beiden een zaak hebben en op zaterdagen werken, hebben we eigenlijk meer tijd samen, omdat we op dezelfde dagen sluiten. Omar gaat die dagen dan niet naar de crèche. Ons ritme is vandaag veel meer op elkaar afgestemd dan daarvoor, ook al lijkt dat misschien niet omdat we tijdens het weekend werken. De dag dat Omar op school zal starten, wordt het wel een drama. In de kleuterklasjes zijn ze natuurlijk niet verplicht om elke schooldag aanwezig te zijn. Eén dag met hem is sowieso te weinig. Dat hou ik niet vol.”
Hoe wakkeren jullie het vuur aan in jullie relatie? Charlotte: “Een baby krijgen doet de passie niet meteen hoog oplaaien, dat ga ik niet ontkennen. Ik denk dat wij het goed hebben omdat we veel gezelligheid opzoeken. Regelmatig een babysit vragen en met ons twee iets doen. Een weekendje weg zonder hem, hebben we ook wel eens gedaan. Naar Parijs bijvoorbeeld. Maar dat gebeurt zelden. Met de winkels is het niet eenvoudig om een goed moment uit te pikken voor een trip. Een echte vakantie met ons twee hebben we nog niet beleefd sinds Omar geboren is. We kunnen hem precies nog niet zo lang missen en we reizen gewoon heel graag samen met hem.”
Ons ritme is vandaag veel meer op elkaar afgestemd dan daarvoor.
Zijn jullie bewust een gezin gestart? Of was het eerder romantisch of onverwacht? Charlotte: “We waren eigenlijk nog niet zo lang samen. Een jaar of twee. Mijn broer was vader geworden en dat raakte me wel. Zonder er echt heel veel over te praten, wisten we wel van elkaar dat we kinderen wilden. We hebben er alleszins niet te lang over getwijfeld, zoals koppels vaak doen. Een kind krijgen is het meest natuurlijke wat er is, het loopt wel los, dachten we. En alles is precies verlopen zoals het moest.”
‘Nu meteen een tweede kind krijgen, is geen optie. Ik moet hetzelfde enthousiasme dat ik toen had opnieuw kunnen voelen, voor ik aan een tweede kind kan beginnen. Ik zou het niet eerlijk vinden om nu – rap rap – een tweede te maken om er dan snel van af te zijn.’
Willen jullie graag een groot gezin? Charlotte: “We willen wel graag nog een kind, denk ik. Ik vond het echt zalig om zwanger te zijn. Maar ook erna… Omar zien opgroeien, da’s iets dat ik absoluut een tweede keer wil beleven. En ook voor hem denk ik dat een broer of zus een verrijking zou zijn. Om een voorbeeld te geven: mijn grootmoeder sukkelt met haar gezondheid. Mijn moeder, haar broers en zussen vinden zoveel steun bij elkaar. Dat zet je wel aan het denken voor later… Anderzijds ben ik ook heel blij met hoe het nu loopt met ons drie. Die zorgen voor later mogen zeker niet de enige reden zijn om een kind op de wereld te zetten. Nu meteen een tweede kind krijgen, is geen optie. Ik moet hetzelfde enthousiasme dat ik toen had opnieuw kunnen voelen, voor ik aan een tweede kind kan beginnen. Ik zou het niet eerlijk vinden om nu – rap rap – een tweede te maken om er dan snel van af te zijn. Ik snap mensen die zo redeneren, eerlijk gezegd niet. Hoe wil je van zoiets ‘af’ zijn?! Iedereen zijn eigen ding natuurlijk, maar ik begrijp dat niet. Die eerste weken en jaren als baby, die zijn er toch om ten volle te beleven en te koesteren?”
PARENTING MATTERS
Charlotte: “Wanneer Omar niet luistert, wordt hij gestraft. Dan moet hij in de gang staan. Het licht springt uit na een minuutje en hij heeft nog niet door dat hij via een sensor het licht weer aan kan krijgen door even te bewegen. Vandaar dat we het de donkere gang noemen. Het klinkt ook al eng op zich. Ermee dreigen volstaat soms, maar soms ook helemaal niet. Onlangs vroeg ik hem boos: “Ga je dan naar de gang?” en hij antwoordde doodserieus “Ja!”… En dan sta je daar met je mond vol tanden!”
Giancarlo: “Bij ons thuis werd er altijd tot drie geteld. Man… wat was ik bang van die drie… We hadden geen idee wat er zou gebeuren, maar het zou alleszins verschrikkelijk zijn.” (lacht)
Charlotte: “Omar wou eigenlijk nooit aan het handje lopen. Op een dag deed hij dat wel – waarschijnlijk omdat hij het zelf niet echt door had – en hebben we daar allebei zo enthousiast op gereageerd, dat hij nu wél graag een hand geeft. Het is misschien toeval, maar wie weet, werkt straffen gewoon niet. En moet je slecht gedrag misschien gewoon negeren? Veel mensen zeggen me dat: negeer het negatieve gedrag en stimuleer het positieve. Anderzijds, een peuter die je zetel afbreekt kan je moeilijk negeren.”
‘Bij ons thuis werd er altijd tot drie geteld. Man… wat was ik bang van die drie… We hadden geen idee wat er zou gebeuren, maar het zou alleszins verschrikkelijk zijn.’
Zijn jullie beiden even betrokken op vlak van ouderschap? Charlotte: “Giancarlo heeft altijd bij alles geholpen en doet dat nog altijd. Hij geniet er ook echt van. Ik doe niet méér dan hem, zeker niet. Ik zie ook niet in waarom dat zou moeten trouwens. We zijn allebei evenveel ouder.” Giancarlo: “We wisten precies van niks toen Omar geboren werd. Ik herinner me nog dat ik super nerveus in ons ziekenhuiskamer Youtube filmpjes zocht omdat ik geen idee had van hoe een maxicosi in elkaar stak. Pampers verversen? Nooit bij stilgestaan! Maar ik had er wel voeling mee. Misschien omdat ik nog een zusje kreeg toen ik 11 was. Ik had het allemaal wel eens gezien.”
Ik zie daar “Oei, ik groei!” ook in de kast liggen… Charlotte: “Oh, wat een verschrikkelijk boek is dat. Om de twee weken gaat hij bleiten en dan is dat een groeispurt. Neen, ik vind daar niks aan. In tegendeel, als hij dan niet op schema zit, dan is dat precies een extra reden om je zorgen te maken. Ik hield er eerder een negatief gevoel aan over. Bij Kind & Gezin had ik dat ook: niet op schema zijn of iets dat niet volgens het boekje verloopt, is een reden om je zorgen te maken. Want het advies dat je krijgt, is dat je het toch best in het oog houdt. Vreselijk is dat!”
‘De meeste scholen zijn betonnen blokken, met van die rubberen tegels op de speelplaats. De school die ik heb uitgekozen, heeft gras en bomen op de speelplaats, een echte speeltuin.’
Binnenkort gaat Omar naar school. Naar wat voor een school ben je op zoek gegaan? Charlotte: “Ik heb er verschillende bezocht. We hebben niet gekozen op afstand van thuis, omdat we sowieso niet zeker zijn dat we hier blijven wonen. Ik heb gezocht naar wat ik leuk vond. De meeste scholen zijn betonnen blokken, met van die rubberen tegels op de speelplaats. De school die ik heb uitgekozen, heeft gras en bomen op de speelplaats, een echte speeltuin.” Hebben jullie de scholen samen bezocht? Giancarlo: “Neen, niet allemaal. Ik hecht eigenlijk weinig belang aan, alleszins een stuk minder dan Charlotte. Simpelweg omdat ik er altijd een bloedhekel aan had. Ik zie er zelfs tegenop om Omar binnenkort te moeten afgeven aan een schoolmeester.” Charlotte: “Ik vond die schoolkeuze echt wel belangrijk. Omar moet er een leuke tijd hebben. Maar omdat ik niet van hier ben, vond ik het extra moeilijk om een school te vinden. Ik ben daarom gaan rondvragen bij andere mama’s. De school die ik uiteindelijk koos, kwam vaak terug, hoewel de meesten er zelf niet voor hadden gekozen omdat het enkel een peutertuin is. De zoektocht mag opnieuw herbeginnen over een paar jaren.”
Wat wordt Omar als hij groot is? Heb je een droomjob voor ogen? Charlotte: “Neen, ik wil dat hij vooral uitgroeit tot een toffe kerel, die lief is en sympathiek. Hij moet beleefd zijn en respect hebben voor andere mensen. Maar een specifieke job? Neen.” Ben je soms bezig met in wat voor wereld hij zal groot worden? Giancarlo: “Neen. Want alles verandert geleidelijk aan. Ik vind niet dat mijn kindertijd zo verschilt van zijn kindertijd. Op vlak van technologie wel natuurlijk. Als een kind nu een tekenfilm wil zien, dan kan dat. Vroeger moesten we meer geduld tonen. Maar echt ingrijpend is dat niet. Althans niet om je zorgen over te maken. De context verandert een beetje, meer niet.” Hoe zie je de toekomst voor jezelf, over 20 jaar bijvoorbeeld? Charlotte: “Jij denkt daar niet graag over na, he?” (lacht) Giancarlo: “Oud worden is één van mijn grote angsten. 15 jaar geleden was ik 21. Over 15 jaar ben ik 51… Ik word er stil van. Man, daar mag je toch niet aan denken?!”
BUSINESS MATTERS
Giancarlo:”Ik ben VIER in 2010 opgestart. Het is een mannenwinkel dat high-end merken, exclusieve merken uit Japan en authentieke skate- en streetwear combineert. Het concept ligt niet echt vast. Het groeit samen met mijn partner en ik en onze interesses. We proberen gewoon een goeie stijl te brengen en echt zotte dingen te bieden op nog geen 30m2.” Had je altijd al van een eigen winkel gedroomd? Giancarlo: “Neen. Een eigen zaak hebben, is niet echt iets dat ik van thuis heb meegekregen, in tegenstelling tot Charlotte. Ik was gewoon niet echt gelukkig op mijn job. Op dat moment had één van mijn maten zijn ontslag gegeven zonder een concreet plan te hebben. Op een hele zatte vrijdagavond hebben we besloten om een winkel te starten. De volgende dag zijn we op zoek gegaan naar een pand. Een halfjaar later hebben we de zaak geopend, terwijl ik nog de eerste twee jaren mijn job deed in de week en ’s zaterdags in de winkel stond. In augustus vorig jaar zijn we samen KID gestart, een shop met kinderkledij. Charlotte staat wel alleen in de winkel, maar al de rest doen we samen.”
Waarom nog een zaak? En waarom kinderkledij? Charlotte: “Toen ik zwanger werd en ging jagen voor de kinderkamer en –kleerkast, vond ik dat het aanbod heel beperkt was. Je vindt overal dezelfde merken. België heeft op zich topmerken op vlak van kinderkledij, maar alle boetieks verkopen ze, terwijl ze toch wel exclusief en duur zijn. Vaak hebben kinderwinkels ook een verouderde, tuttige inrichting. Shopconcepten voor kinderen zijn precies niet meer geëvolueerd sinds ik klein was! Ik kon me niet inbeelden dat ik alleen zat met dat gevoel. Vandaar het idee om een eigen winkel te beginnen. En na 2 jaar was het dan eindelijk zo ver.”
‘Op een hele zatte vrijdagavond hebben we besloten om een winkel te starten. De volgende dag zijn we op zoek gegaan naar een pand. Een halfjaar later hebben we de zaak geopend.’
Valt het mee om zo’n zaak op te starten? Charlotte: “Het is moeilijk om een winkel from scratch te beginnen. In het begin investeer je zoveel zonder een greintje zekerheid. Je gaat een enorm risico aan. Of het nu goed draait of niet, je vaste kosten blijven dezelfde. In het begin draai je sowieso verlies. Een goeie dag betekent eerder dat de put die je oorspronkelijk hebt gegraven, even iets minder diep is… (glimlacht) Het duurt echt lang voor je je hele investering terug wint. Er is niks romantisch of idealistisch aan om een winkel te starten. Een lening krijgen, merken vinden en overtuigen om met je samen te werken, een pand vinden, de concurrentie van andere winkels, het hele online verhaal… Bovendien richten we ons allebei op een niche, niet op de massa. Het vergt tijd om de juiste mensen tot bij ons te krijgen. Het is stressen, zeker en vast.”
Hebben jullie het dan voortdurend over het werk als jullie thuis zijn? Charlotte: “Vaak, maar dat vind ik niet zo’n probleem. Wanneer het teveel wordt, dan zwijgen we er allebei over. Maar meestal is het gewoon super leuk om over nieuwe merken en projecten te babbelen.” Giancarlo: “Als je een eigen zaak begint, moet je daar een passie voor voelen. Anders is het maar een job. We zouden met VIER een stuk minder niche kunnen gaan, de boel breder trekken en daardoor ook meer geld kunnen verdienen, maar daarvoor doe ik het niet. Geld is absoluut niet mijn passie. Geld biedt mogelijkheden, maar is voor mij geen doel op zich. Een passie hebben wel. Maar ook bij een passie horen minder leuke dingen. Het uitpakken van de leveringen, de boekhouding en de vloeren dweilen. We doen alles zelf. Je zit ook echt vast in een winkel. Je kan niet zomaar vroeger stoppen of later beginnen. Eigenlijk ben je nooit vrij. In geen enkele werksituatie.” Charlotte: “Ik vind het belangrijk om in mijn eigen zaak te staan. Elke stuk dat er hangt, heb ik zelf aangekocht. Ik kan ook perfect uitleggen waarom ik voor een merk koos. En Giancarlo kan dat evengoed in VIER. Mensen vinden dat leuk. Het is eens iets anders dan al dat onpersoonlijk shoppen. En ik ben er zeker van dat dat één van onze krachten is. Ik vind het ook tof om heel gevarieerde taken te hebben op een dag, van aankopen tot verkopen, maar evengoed poetsen, bricoleren of promo en marketing. Anderzijds ben ik er ook vaak alleen en dat maakt me soms héél onzeker. Als iemand rondgaat en niets koopt, zit ik dan vol met vragen. Waarom die persoon zijn meug niet vond. Zijn de beste stuks misschien al weg, ligt het aan de styling, is mijn selectie niet juist, ligt het aan mij… En op de man af vragen, doe je niet natuurlijk.”
‘Geld is absoluut niet mijn passie. Geld biedt mogelijkheden, maar is voor mij geen doel op zich. Een passie hebben wel. Maar ook bij een passie horen minder leuke dingen.’
Mensen gaan ervan uit dat je als zelfstandige bakken geld verdient, je van heel veel vrijheid geniet… maar jullie bevestigen nog eens dat dat absoluut niet het geval is. Waarom doe je het dan toch? Een zaak opstarten? Charlotte: “Ik was precies teleurgesteld in het bedrijfsleven. Ik was ervan overtuigd dat je voor keihard werken beloond werd. Blijkt dat de beste postjes meestal toch weggelegd zijn voor mensen die het vooral goed kunnen uitleggen, maar niet altijd over de juiste competenties beschikken. Althans wat mijn ervaring betreft. Ik zat zelf in een luxepositie, maar ik haalde er totaal geen voldoening uit. Ik had er ook echt moeite mee om voluit voor iets te willen gaan, maar dan door het hoger management teruggefloten te worden omdat ze ineens een andere richting wilden uitgaan. Het is moeilijk om gemotiveerd te blijven in zo’n geval. En omdat ik niet anders kan dan me echt te smijten in mijn job, voelde het beter aan om voor mezelf te beginnen. Pas op, ik zou vandaag KID niet kunnen runnen, zonder de ervaring die ik bij mijn vorige werkgever heb opgedaan. Ik heb er acht jaar gewerkt, het was er leuk en ik heb er geweldige mensen ontmoet. Maar het was tijd voor iets anders.”
Zou je aanraden om te gaan ondernemen als jonge ouder? Charlotte: “Ik zou het zeker niet afraden. Maar of je er in slaagt of niet, ligt aan jezelf. Je moet met een bepaald stresslevel kunnen omgaan. Als je een slechte maand of wat tegenslag hebt en daar ’s nacht van wakker ligt, dan ga je kapot. Ik heb daar weinig last van. In de winkel kan ik onrustig zijn ik, thuis zet ik het van me af. Ik heb het op dat vlak veel minder moeilijk dan toen ik bediende was. Misschien omdat ik zelf de zaken in handen heb? Maar zoiets weet je nooit op voorhand natuurlijk…”
Wat zou je doen moest je niet hoeven te werken? Giancarlo: “Ik zou nog steeds met VIER bezig zijn, maar dan minder zelf in de winkel aanwezig zijn. En nog wat zaken opstarten, iets in de horeca bijvoorbeeld. Concepten uitdenken en opstarten en dan weer delegeren. Sowieso wil ik tegen mijn 45 naar Zuid-Europa trekken. Om daar uit te bollen.” Charlotte: “Ah ja?! Maar dat gaat nu niet gaan, he jongen! (lacht) ⊗
Benieuwd naar de winkels van Giancarlo en Charlotte? VIER ‡ KID
Alle foto’s © Bruno De Cock